Vragen? Bel 06-512 66 159

Doen alsof het je niet raakt?

20 oktober 2015 | Door Marleen de Bruijn

au!He get! Gebeurt er net echt precies datgene waar ik je over wilde gaan vertellen. Zoonlief van 9 komt iets te snel de hoek om lopen, zo met z’n voorhoofd tegen de hoek van de kast in de keuken. Au! Flink getier, dikke tranen en een knuffel en wat boter op de bult als verzachting (geen idee of het helpt, die boter, maar dit heb ik er mijn hele jeugd zelf ook op gekregen).

Doen alsof

Hoe anders was de reactie van mijn zoontje deze morgen, vergeleken met de situatie waarover ik laatst vertelde in één van mijn workshops. Die ochtend dat hij aan het spelen was op straat met z’n skateboard en vol onderuit ging. Bloedende knieën, geschaafde heup en kapotte handen als gevolg, ik zag zijn tranen branden achter zijn ogen. Maar die keer waren we niet alleen. Twee vriendjes stonden erbij en keken ernaar. Ik stond op het punt om naar hem toe te rennen, toen ik zag dat hij opkrabbelde, zijn schouders wat nonchalant ophaalde naar zijn twee vrienden en mompelde dat het allemaal wel meeviel.

Oh, hoe herkenbaar is dit! Dit is precies wat er gebeurt in trainingen. Als een zeer directe deelnemer stevig zijn kritiek uit in de hele groep. Als steeds dezelfde deelnemers wel erg snel klaar zijn en na een (uiteraard enorm essentiële oefening) samen over make-up en vakanties aan het praten zijn. Of als je ‘sochtends met ruzie de deur uitgaat, terwijl je die dag een training geven moet. Ik bedank die directe deelnemer kalm voor zijn feedback, vraag de afraffelende deelnemers naar hun bevindingen uit de oefening, en zet mijn blije gevoel aan als ik voor de groep ga staan. kortom: Ik doe alsof er niets aan de hand is, maar ik voel het wel.

Oprecht en/of professioneel?

En dat is vaak maar goed ook. Je wilt je deelnemers niet belasten met je eigen irritatie, onzekerheid, verdriet en noem maar op. Je wilt en veilige en open sfeer creëren waar iedereen en alles er mag zijn. Maar er is ook een andere kant. Want hoe kun je openheid creëren als je het zelf niet helemaal bent. Dus open en oprecht zijn over wat je werkelijk denkt, vindt en voelt. Ook als het spannend wordt. Wanneer doe je dat nu wel en niet?

Even zwart-wit: teveel persoon of teveel volgens het boekje

Als ik het even zwart-wit stel, dan zie ik grofweg twee reacties.

Reactie 1. Je bent of wordt geraakt, voelt irritatie, verdriet, boosheid, onzekerheid, zenuwen, etc. Jouw gevoel voert de boventoon. Dus je zegt duidelijk waar het op staat, laat je ergernis blijken, laat je verdriet zien. (Mijn jongste is hier goed in, ongeacht wie er bij is, emoties gaan voor). Dat kan lekker helder zijn en transparant: “what you see is what you get”. En het kan oprechtheid bij anderen oproepen. Maar het kan ook onveilig worden daardoor. In het laatste geval schiet je door en ben je teveel je persoon. Ik zal in een andere nieuwbrief meer vertellen over deze ‘doorschiet-grens’.

Reactie 2. Je bent of wordt geraakt; voelt irritatie, verdriet, boosheid, onzekerheid, zenuwen, etc. Je “hoe hoort het” voert de boventoon. Dus je probeert netjes vanuit je trainersrol te reageren en je trainersvaardigheden zo goed mogelijk in te zetten. Je bedankt iemand voor zijn opmerking, reflecteert zijn gevoel, je vat keurig samen en vraagt door, lacht even mee met het subgroepje, of negeert de boel.
Dat is mild naar anderen en kan veiligheid geven. Maar niet als er van binnen van alles bij je gebeurt, wat anderen wel voelen, maar wat je bedekt. Dan bedank je voor kritiek maar je toon is te koel, je vat de langprater samen in een poging om hem beleefd af te kappen, maar anderen horen je ongeduld erdoorheen, je lacht mee met een subgroepje, maar anderen zien je ergernis. Dan voelt wat je doet niet meer echt, niet voor jezelf, maar ook niet voor je deelnemer(s). Het voelt alsof je een trucje doet en er maar half bent. Je traint dan teveel ‘uit het boekje’.

De nette trainer

Deze tweede reactie noem ik die van ‘de nette trainer’. Je voelt de ogen van de groep, wilt het goed doen en put uit het plaatje dat je hebt van “de perfecte trainer”. Je voelt de stress en probeert krampachtig te herinneren hoe je hier ook al weer professioneel mee om moest gaan. Hierdoor heb je geen contact meer met jezelf.

Als je merkt dat je in de nette trainer schiet bij stress, dan ligt de sleutel niet in het nog meer putten uit wat je weet van je vak. Wel in het meer putten uit je persoon. Om meer van je persoon toe te staan en minder te censureren. Om van daaruit weer makkelijker je professionele rol te kunnen pakken.

Tot slot

Mijn zoon zit deze keer alweer blij op de bank met een stapel Donald Duckjes. Ik wens je absoluut hetzelfde toe na een training waarin jij je hoofd hard stoot of wellicht van je skateboard valt.
Hartelijke groet, Marleen

‹‹ Terug naar overzicht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *