In een vorig artikel “Doen alsof het je niet raakt” schreef ik over twee mogelijke reacties als in een training je rode knop als het ware wordt ingedrukt en je wordt geraakt. Zwart-wit gesteld: die van “teveel persoon” (je zegt duidelijk waar het op staat, laat je ergernis blijken of je verdriet zien, etc. op zo’n manier dat het onveilig of belemmerend is voor je groep). Of die van “de nette trainer” (je probeert netjes vanuit je trainersrol te reageren en je trainersvaardigheden zo goed mogelijk in te zetten, maar de werkelijke lading sijpelt er doorheen. Het lijkt veilig, maar het voelt als een trucje voor je deelnemers).
Een lezer vroeg mij via de mail “Hoe kom ik hier vervolgens weer uit?”. Daarover gaat deze en de volgende blog.
De eerste stap
De allereerste stap is herkennen waar je inschiet als het voor jou echt spannend wordt. Dat lijkt makkelijker dan het klinkt. Als je geconfronteerd wordt met een nieuwe en spannende situatie, moet je ‘a la moment’ uitzoeken wat werkt. Hoe je het beste reageren kunt.
En waar put je dan uit? Uit je persoon of uit je plaatje van de ideale trainer? Dit gebeurt veelal automatisch; je zult vaak onbewust in de ene of de andere pool schieten. Het is essentieel te weten welke dat voor jou is, omdat hierin de sleutel ligt om er weer uit te komen.
Hoe kun je dit onderzoeken?
Er zijn verschillende mogelijkheden om uit te zoeken waar je als eerste inschiet. Wat heel goed helpt is om eigen lastige situaties nogmaals te beleven met anderen in een oefengroep of een intervisiegroep. Anderen zien over het algemeen scherper wat je doet en of je tegenstrijdige boodschappen uitzendt of niet, (ik ben van mening dat je als trainer niet zonder fijne intervisie collega’s kan).
Een oefening
De onderstaande oefening kun je ook in je eentje doen. Ga eens rustig zitten met een pen en een vel papier.
1. Denk eens aan 2 a 3 trainingssituaties waarvan je vindt dat je hierin niet zo effectief hebt gehandeld.
2. Beschrijf per situatie:
– Wat voelde je?
– Wat dacht je?
– Wat deed je?
Een voorbeeld: Een situatie waarin een deelnemer het totaal niet eens was met wat je aan het vertellen bent (“Ja, dat zeg JIJ…! Daar ben ik het echter totaal niet mee eens…”).
– Wat voelde je: irritatie, of: verwarring, of: onzekerheid, etc.
– Ik dacht: “hoe komt hij hier nu op..?”, of: “wat een eikel!”, of: “ik moet hier professioneel mee omgaan”.
– Wat ik deed: “Ik ging samenvatten wat hij zei, (maar ik begreep het niet)”. Of: Ik zei: “ik snap er echt helemaal niets van waarom je er zo tegenaan kijkt!”. Of: “ik slikte mijn mening in, vroeg naar de reactie van anderen en negeerde deze deelnemer verder”.
3. Wat was het ongewenste effect van jouw interventie?
4. Zit dat wat je voelt en denkt aardig op één lijn met wat je deed?
En was het effect hiervan niet wat je wilde? Dan is de kans groot dat jouw primaire neiging ligt in “teveel reageren vanuit je persoon” als je getriggerd wordt en dat je je professionele rol als trainer op zo’n moment wat vergeet.
Zit dat wat je voelt en denkt vaak niet op één lijn met wat je deed? En was het effect niet wat je wilde? Dan is de kans groot dat jouw primaire neiging in een stressmoment ligt in teveel putten uit het plaatje wat je hebt van de ideale trainer en dat je je eigen persoon dan teveel thuis laat. De reactie van de nette trainer in stress.
De volgende stap
Het gebeurt iedereen als je stress ervaart: je zoekt houvast, gaat als een gek nadenken hoe je het beste reageren kan en sluit het lijntje af met je eigen gevoel. Of je reageert juist vanuit je ongecensureerde zelf, je emoties komen eruit voordat je na hebt kunnen denken.
Heb je helder gekregen in welke van de twee polen jij onbewust schiet, waar je het meest uit put bij spanning? De sleutel om er weer uit te komen ligt dan in het volgende: Voel wat er bij je gebeurt en zet even bewust de andere kant aan.
Hoe je dit kunt doen zal ik uitleggen in mijn volgende blog.
En, waar schiet jij in? Leuk als je dit hieronder wilt delen met andere trainers.
Warme groet, Marleen
Geef een reactie