“Oooh, stom, stom, stom! Waarom dóe ik dat toch!”. Een trainer die ik begeleid naar haar certificering rolt met haar ogen terwijl ze het me vertelt. “Eén van de deelnemers ging ja-maren tijdens mijn uitleg, en ik ga gewoon gelijk overtuigen! Terwijl ik wéét dat dat averechts werkt! Op t moment dat ik besefte wat ik deed was het kwaad al geschied. De deelnemer haakte af en ik heb er de hele training last van gehad.”
Herkenbaar? Voor mij in ieder geval wel. Je weet het dondersgoed, en toch schiet je erin.
Neem nu een hele stille groep. Of een deelnemer die je aankijkt op een manier die je maar niet kan doorgronden. Of iemand die fel vraagt of je zelf weleens in hun schoenen hebt gestaan. Misschien ga je extra je best te doen bij die stillen. Die ondoorgrondelijke deelnemer ontwijken. Of vol vuur jouw visie verdedigen bij die felle. Terwijl je diep van binnen weet: pleasen, duiken of duwen gaat niet werken. Alsof je de vaardigheden wel in huis hebt, maar er gewoon even niet bij kan.
Veel reacties van deelnemers kun je prima aan. Maar bij sommige reageer je alsof je door een bij wordt gestoken. Kort erna baal je als een stekker. Sterker nog, ook de dagen daarna geef je jezelf nog op de kop.
Hoe komt dat toch?
Het is een volstrekt normale reactie als je kijkt naar de manier waarop onze hersenen geprogrammeerd zijn te reageren. Om dit toe te lichten ga ik eerst terug naar de bekende drie hersenlagen. (Gesimplificeerd maar daardoor wel heel inzichtelijk):
- Het menselijk brein dat als laatste geëvolueerd is. Door dit brein, ook bekend als de neocortex, kunnen we nadenken en dingen beredeneren.
- Daaronder ligt ons zoogdieren brein, ook wel ons emotionele brein genoemd. Het is constant aan het voelen “is t hier wel pluis?”.
- Het reptielen brein is ons laagste brein en meest primitieve gedeelte. Het is 24 uur per etmaal wakker en gericht op overleven: Is het veilig? En is er voer (eten en drinken)?
Deze drie hersenlagen werken prima samen als er geen stress is. Bij stress is dit anders.
Je ‘raampje’
In het reptielenbrein zit de amygdala, onze alarmbel. Deze alarmbel maakt (sneller dan dat we erover na kunnen denken) een inschatting hoe gevaarlijk iets voor ons is. Het bepaalt hiermee het niveau van stress. Een beetje stress is OK, dan ben je alert en scherp. De zone van stress die jouw alarmbel nog te tolereren vindt, is de ‘window of tolerance’. Daarbinnen werken de drie hersengebieden nog prima samen. Dan voel je dat die felle deelnemer misschien wel erg fel is, maar kun je met je mensenbrein nog redeneren dat het niet op jou als persoon is gericht. En bij die niet te lezen deelnemer kun je nog bedenken dat hij of zij jou niet perse oninteressant hoeft te vinden, maar wellicht een en ander aan het overdenken is. Je bent nog ‘binnen je raampje’ en kunt emoties beleven zonder dat je verdedigingssysteem actief wordt. Je kunt je drie breinen blijven gebruiken in een goed samenwerkend geheel.
Buiten je raampje gaan
In stress loopt de samenwerking tussen deze drie echter heel anders. Denk maar eens aan die momenten dat je honger hebt. Dan kun je niet meer zo goed nadenken. En met een leeuw op de hielen ga je (gelukkig) niet eerst een stappenplan bedenken, maar zet je het op een rennen.
Op het moment dat de alarmbel in onze hersenen de prikkel als ernstig ervaart, buiten je window of tolerance, maakt het lichaam veel stresshormonen aan en wordt een verdedigingssysteem geactiveerd. Je krachtige, maar ook tragere mensenbrein wordt uitgeschakeld. Hierdoor kun je sneller en direct reageren op het dreigende gevaar.
Om het gevaar af te wenden kunnen er 2 dingen gebeuren:
1. Een hyper
Je lichaam gaat in een toestand van verhoogde arousal (een hyper). Je wordt waakzaam en alert. Je mensenbrein wordt uitgeschakeld en je kunt alleen nog je zoogdieren- en reptielenbrein gebruiken. Eerste kenmerk hiervan is dat je het contact verliest. Je gaat:
- Vechten (je verweren, overtuigen, nog beter uitleggen, doordrammen, aanvallen).
- Vluchten (ontwijken, doen alsof het er niet is -bijv. een opmerking wel horen maar laten gaan-, ontkenning).
- of Verstijven (niet ingrijpen in een discussie, je rol niet meer pakken, doen alsof er niets aan de hand is, uitstellen, bagatelliseren).
Vluchten en bevriezen zitten dicht tegen elkaar aan. Het verschil is dat je bij vluchten wel angst voelt (die je dus probeert te ontwijken). Bij bevriezen voel je steeds minder.
2. Een hypo
Ervaart onze alarmbel de prikkel als zeer gevaarlijk, een niet af te wenden gevaar, dan gaat het lichaam in een toestand van verlaagde verdediging, een hypo. Een passieve verdediging als een soort shocktoestand om energie te besparen. Je kunt alleen het allersnelste reptielenbrein nog gebruiken. Het is een total shut down.
- Verstijven (Even helemaal niets meer weten en voelen, dus ook niet verder kunnen gaan. Black out, gevoelloosheid, uiterlijke onverschilligheid)
In alle gevallen kun je jezelf op dat moment niet zomaar stoppen. Je handelt in stress. Buiten je raampje. Je mensenbrein heeft het gewoon even afgelegd tegen die andere twee en maakt geen enkele kans tegen het onoverwinnelijke reptielenbrein en het sterke zoogdierenbrein. Als de stresshormonen weer uit je lichaam zijn en je weer binnen je window of tolerance zit kun je reflecteren en bedenk je ‘ik wéét toch dat dat niet werkt, hoe kon ik dat nou doen. Stom, stom!’
Reactie van een trainer die binnen z’n raampje zit na een “jamaar” van een deelnemer
Reactie van een trainer die buiten z’n raampje zit na een “jamaar” van een deelnemer
Binnen je window is je mensenbrein dus nog actief en kun je weerstand nog beredeneren (“ach, het is niet tegen mij persoonlijk gericht, de deelnemer wil het waarschijnlijk beter snappen”). Waardoor het je best lukt om even je eigen agenda te laten voor het moment en te vragen wat je deelnemer bedoelt.
Buiten je window lukt dit niet en kun je de jamaar als persoonlijke aanval opvatten, waardoor je bijvoorbeeld in een ‘fight’ belandt. Dan doe je dingen waarvan je misschien achteraf best weet dat ze niet handig waren. Alsof je even niet bij je vaardigheden kon.
Maar waarom schat die amygdala nu überhaupt een trainingssituatie als gevaarlijk in? En laat ie je buiten je raampje gaan?
Oftewel, waarom rinkelt die bel?
Wel, we zijn nu eenmaal zoogdieren. Je kan niet ‘even géén zoogdier zijn’. En dat heeft grote gevolgen voor hoe we omgaan met ‘weerstand’ (ja jeukterm, maar je snapt wat ik bedoel).
Ons zoogdierenbrein is constant aan ‘t voelen en staat altijd aan: ‘is t hier wel pluis’. Je kent het vast. Je voelt een sfeertje vaak gewoon aan. En van de stress van een ander kun je zelf ook gestresst worden. We reageren op gevoel.
We zijn enorme sociale wezens. Het zoogdierenbrein zoekt zijn kracht in sociale verbondenheid en het is pas gerust als we erbij horen. Je alarmbel gaat rinkelen als dit gevoel wordt aangetast.
Het helpt om met dit in het achterhoofd ook (voor ons soms) de stress van deelnemers voor rollenspellen te zien. De nood om erbij te horen is groot. De gedachten ‘ik sta straks voor gek’ of ‘ze gaan iets van me vinden’ kunnen heel bedreigend voelen. Hersenscans tonen zelfs aan dat het ervaren van relationele pijn (zoals die veroorzaakt wordt door afwijzing bijvoorbeeld) leidt tot hersenactiviteit die vergelijkbaar is met het ervaren van fysieke pijn.
Jezelf op de kop geven
Het window of tolerance helpt mij om meer begrip te hebben voor ‘weerstand’ van deelnemers. Maar het helpt me ook om milder te kijken naar mijzelf bij een onhandige actie. Een deelnemer die herhaaldelijk met een ‘ja maar…’ komt terwijl je net lekker in je verhaal zit, kan voelen als een afwijzing: ‘Hij wijst mijn punt af. Dus mij’. Of schaamte: ‘Ik kan hier niet eens mijn eigen hachje redden’. Dit zit diepgeworteld. Je zoogdierenbrein mist verbondenheid en is ongerust. Met een verdedigingsreactie als gevolg.
Dus mocht je je ooit weer afvragen, hoe heb ik dat (vul maar in) toch kunnen doen…?
Bedenk: Je bent hartstikke oké! Je cortex (mensenbrein) is even gekidnapt door de primitieve lagere hersengebieden. Het bewijs is daar… je bent een echt zoogdier :).
(Met dank aan SMK Training voor de inspiratie voor dit onderwerp. En aan Maria Reinboud van Slachtofferhulp Nederland voor het interview hierover)
PS.1. Wil je leren hoe je je eigen window of tolerance kan vergroten en daardoor minder snel gaat reageren vanuit een verdedigingsmechanisme? Doe dan bijvoorbeeld mee met de workshop Authentiek Trainen. Hierin leer je waar jouw volgende stap als trainer ligt om nog meer te trainen vanuit een stevige basis.
PS.2. Wil je leren hoe jij in stress sneller terugkomt binnen je window, en sneller weer lekker door kan met je groep? Kijk dan eens naar het traject Van Wankelen naar Sprankelen. Met max. 3 anderen ga je volop aan de slag met ‘die deelnemers die jou enorm kunnen triggeren’ en je gaat ondervinden dat een andere aanpak een totaal andere impact heeft op jouzelf en je deelnemers.
Heb je vragen, dan kun je me die altijd vrijblijvend stellen. Ik maak graag kennis met je.
Mail me op info@deauthentieketrainer.nl of bel of app naar 06-512 66 159
Interessant artikel Marleen. Ook leuk en duidelijk gevisualiseerd. Zelf denk ik in dit soort situaties aan de Roos van Leary: gedrag roept gedrag op. Heb je er last van, dan kun je het natuurlijke patroon doorbreken.
Hai Titia, dank! Leuk je doordenk-reactie. Inderdaad, de deelnemer die tegen doet die roept vaak tegen bij je op. Of hij reageert behoorlijk boven, waardoor jij kleiner/naar onder gaat. Wat ik mooi vind vanuit het window is dat sommig gedrag (ook al is t boven-tegen bijvoorbeeld) toch niet onder-tegen bij je oproept. Omdat je het nog kan beredeneren. Verder lukt het natuurlijke patroon doorbreken als je er last van hebt niet meer als je amygdala wakker is gemaakt. Als je mensenbrein even uitgeschakeld is. Achteraf weet ik dan bijv. dat ik ‘tegengesteld had kunnen interveniëren’, maar daar kwam ik op dat moment niet meer bij. Dus het patroon doorbreken lukt pas als je eerst jezelf weer binnen de window hebt gekregen. Eerst voor jezelf zorgen, zodat je weer kunt denken.